JETLACH - Reisverslag uit Christchurch, Nieuw Zeeland van Anneke Hooijer - WaarBenJij.nu JETLACH - Reisverslag uit Christchurch, Nieuw Zeeland van Anneke Hooijer - WaarBenJij.nu

JETLACH

Door: Anneke Hooijer

Blijf op de hoogte en volg Anneke

02 Maart 2017 | Nieuw Zeeland, Christchurch

Aan al het moois komt een einde… maar niet voordat ik mijn verhaal heb afgemaakt. De meeste van jullie weten dat ik inmiddels weer terug ben, veilig en wel.

Ik neem jullie nog even mee het diepe zuiden in, want daar zijn we nog niet geweest. Bobby de “No worries, sweetass”- driver dropt ons in het regenachtige Milford Sounds. Anderen die ik hierover heb gesproken gedurende mijn reis noemden het ‘by far de mooiste plek van het Zuidereiland”. Hoge verwachtingen dus. Het regent pijpenstelen, heel normaal voor een regio waar het ruim 250 dagen per jaar regent. Het levert een wat grijs en grauw beeld op. Koud en nat. Hoewel het uitzicht vanaf de boot adembenemend is, doet dit toch een klein beetje af aan het romantische beeld dat ik erbij had. 10 minuutjes trotseer ik het dek voor de – toch zeer indrukwekkende – foto’s.
Daarna waai ik naar binnen, blij dat mijn telefoon niet over de reling is gevlogen. Iets wat gezien de windkracht best had kunnen gebeuren.

Vanuit Milford Sounds vertrekken we richting Gunn’s Camp; een plek waar ik naar uitkijk. Kamperen in schattige en kleurrijke huisjes. Samen met 4 anderen krijg ik een donkerrood huisje toebedeeld. Bij binnenkomst is alles aanwezig; een keukentje, winterse stoeltjes en een heuse houtkachel met vers gehakt hout. Je zou vergeten dat het hartje zomer is. Beetje jammer is het wel.
We nuttigen een groepsmaaltijd; stoofpot met rijst en vechten ondertussen om één van de 10 stopcontacten. In afgelegen gebied zoals dit zijn die dingen nou eenmaal goud waard.

De volgende dag moeten we vroeg op, want de ferry naar Stewart Island wacht niet op ons. We scheuren naar Invercargill – een havenstad bekend van zijn filmlocaties voor o.a. Pork Pie, die we in Wanaka zagen. Terwijl iedereen zich krampachtig vasthoudt, viert de ferry ondertussen zijn eigen feestje. Hij springt op de golven en houdt daar pas mee op als we een uur later op het eiland arriveren. En bedankt, ferry. Het is koud, grijs en nat. Binnenkomst in de haven doet me denken aan Terschelling en de haven bij Harlingen. ‘Heb ik daarvoor deze pokkenafstand afgelegd’, grap ik met wat Nederlanders.

Hoewel het weer te wensen over laat, is de accommodatie supergezellig. Er wordt een huiselijk sfeertje gecreëerd. Het voelt als kamperen met één grote familie. In het enige supermarktje kopen we met een viertal ingrediënten voor onze maaltijd. De maaltijd die ons uiteindelijk maar liefst 2,98 dollar de man kost. En dan eten we niet eens noedels met kip. Bezuinigen 2.0.
Die avond gaan enkelen – zonder gids – op zoek naar de immens populaire kiwi’s. HET dier van Nieuw-Zeeland. Gedoemd te mislukken natuurlijk én dat doet het ook. Al wordt er wel een pinguïn gespot.

De volgende morgen maak ik een wandeling over het eiland. Nog steeds nat en koud, maar de uitzichten zijn er niet minder om. Eindeloos en oneindig starend over de zee vraag ik me af waar die ophoudt. Of ik net als Jim Carrey in The Truman Show uiteindelijk tegen een kartonnen bord zal knallen en er dan achter kom dat alles fake is. De wereld gemaakt en geromantiseerd. Één grote poppenkast. Ik denk van niet, want dit hier ziet er verdacht echt uit.

Diezelfde middag varen we terug naar Invercargill en van daaruit terug naar Queenstown. Het punt van samenkomst, het Nieuw-Zeelandse Utrecht Centraal. En het klopt. Echt iedereen komt er terug. Ik verbaas me erover dat ik deze avond mensen tref die ik al 2 weken niet meer heb gezien. Ben je opzoek naar iemand? Wil je bekenden tegenkomen? Reis dan naar Queenstown en je zult ze vinden. De stad laat ik deze keer snel achter me. De laatste etappe richting Christchurch en Wellington staan op het programma. De Driver is een bekende… Skinns (van wie ik de allereerste dag zijn busraampjes mocht versieren) springt uit de bus. Hij herkent me. “Some people you just HAVE to see again”, grapt hij. En daar heeft hij gelijk in. Hij rijdt ons richting Christchurch. Onderweg stoppen we bij een plaatsje genaamd Geraldine voor een lunchbreak. Op zoek naar een cashmachine spreek ik een jonge vrouw aan. Ze heeft een schattig kindje bij zich. Ik vraag haar de weg. Ze geeft aan het niet goed te weten omdat ze hier pas woont. Ze vraagt me waar ik vandaan kom. Wanneer ik ‘Nederland’ antwoord, beginnen de ogen van het kindje te glimmen. ‘Papa, papa’ roept ze. “Haar vader komt oorspronkelijk uit Nederland, ze heet Johanna”, legt de vrouw uit.
Grappig. In een nietszeggend dorpje, ergens aan de andere kant van de wereld, ik spreek een willekeurig iemand aan…

Ik vind de bank, pin wat cash (m’n pas doet t nog steeds, hoera!) en we rijden verder. We passeren een oud tankstation uit de jaren 50, geheel in tact gelaten. Op het terrein bevinden zich enkele auto’s en motoren, reclameborden van toen en een telefooncel. Gewoon langs de kant van de weg in de eindeloze vlaktes. Supervet om te zien.

Christchurch. Hoe dan ook denkt iedereen direct aan de verwoestende aardbevingen die hier 2 maal in 5 jaar tijd plaatsvonden. De sporen zijn nog goed zichtbaar. Lopend door de straten tref ik hordes stratenmakers en bouwvakkers. Die zien er hier trouwens precies hetzelfde uit. Zowel onderbroek als broek net iets te ver naar beneden. Ook qua gedrag doen ze hier niet veel onder. Leuk al dat gefluit, maar ga ondertussen wel even lekker werken. 2 dingen tegelijk kunnen ze niet, vandaar dat we ze constant zittend en fluitend aantreffen. Je moet prioriteiten stellen in leven, dat hebben ze in ieder geval wel begrepen.

Samen met Susanne bezoek ik de Botanic Gardens en haar adembenemende bloementuinen. Susanne houdt van plaatjes schieten en al helemaal ‘als ik er in fungeer’. Slijmbal haha. Toegegeven, dit decor leent zich perfect voor een fotoshoot zonder attributen als licht of make-up. Fotofilters (de zwart/wit-variant even niet meegerekend) zijn overbodig. Daar is het hier gewoonweg te mooi voor.

In de namiddag loop ik met wat busgenoten richting het hostel wanneer ik ineens: ‘Banana!’ uit een busje hoor schreeuwen. Ik kijk op en vindt daar… Papa G. Hij moest even wat dingen afleveren en maakt daarom een pitstop in Christchurch. Some people you just have to see again’, borrelt op in mijn hoofd. Toeval of niet, leuk is het wel.
Binnen in het hostel tref ik de laatste informatie omtrent de bosbranden die de stad in zijn greep houden. Buiten een immense hoeveelheid rook als uitzicht vanuit het hostel heb ik daar gelukkig weinig van meegekregen.

De reis naar Picton, en van daaruit naar terug naar Wellington, staat op het programma. Jinx zal deze etappe verzorgen. Jinx komt uit The States en was 1 jaar terug nog een Stray-reiziger zoals ik. Hij werd omver geblazen door het land en zijn wil om te reizen dat hij besloot busdriver bij Stray te worden en zijn land voorgoed achter zich te laten. Tja… zo kan het ook.

In Picton hebben we alleen een overnachting. De volgende dag wacht de ferry terug naar het Noordereiland. De avond en nacht spendeer ik grotendeels een half uur buiten Picton. Waar iedereen van droomt: uren staren naar die net te knappe dokter en er bijna mee in slaap vallen. Het leven is geen film. Nou vannacht even wel! Een reisgenootje loopt een voedselvergiftiging op die dag, waardoor we op de Emergency Department van een ziekenhuis een half uur verderop belanden. Geen pretje, maar ik sta erop om mee te gaan. Het blijft toch een vreemd land. Allerlei formulieren moeten er getekend worden, direct betaald via creditcard anders krijg je geen dokter te zien. Maar hij is zijn geld dubbel en dwars waard. Onze bakkes valt open. Ik probeer alle uitleg omtrent het toedienen van medicatie te volgen, maar zal de helft wel vergeten zijn. Allebei kijken we hem als een stel 16-jarige groupies aan. En dat heeft gewoon nachtdienst in een nietszeggend stadje ergens aan de andere kant van de wereld. ‘Kom op! Wegwezen hier, jij moet gezien worden’, zeggen onze blikken, maar we beheersen ons en besluiten hem maar daar te laten.
Hij zal hier wel een fijn leven hebben. Met vrouw. En kindjes. Enzo.

De laatste dagen spendeer ik – alleen – in Wellington. Hier dien ik nog een laatste cultuur-shot toe door het museum van moderne kunst en geschiedenis te bezoeken. Gratis nog wel!
Ook bezoek ik een openluchttheater waar lokale acteurs een stuk van Shakespeare opvoeren. Ik geniet van de vrijheid het prachtig zonnige weer en lekkere drankjes. Het kan slechter, denk ik.

Veilig en op tijd kom ik aan in Auckland op dezelfde plek waar 5,5 week geleden mijn reis startte. Ik ben nog heel en ik ben nog blij, constateer ik. Een goede basis om terug te keren naar het té koude Nederland.
“Goede reis en succes met je jetlag” wensen enkele reisgenoten me toe. Die positieve verwensingen zal ik nodig hebben voor de reis die ruim 27 uur gaat duren, inclusief een korte stop in Kuala Lumpur, Maleisië. 27 uur, terwijl de tijd slechts 15 uur voorbij zal gaan. Dat kan niet goed gaan.

Die jetlag wordt een ‘jetlach’, want behalve redelijk moe zijn rond een uur of 9 ’s avonds merk ik vrij weinig van de omschakeling. Terugkijken doe ik met een grote glimlach op mijn gezicht. ‘Alleen’ op reis gaan bracht me mooie ontmoetingen met inspirerende mensen vanuit de hele wereld. Dank daarvoor!
Overweldigende natuur en uitzichten. Net als je dacht dat het niet mooier kon, huppakee dat uitzicht in het kwadraat.

Een land waar de ochtendspits bestaat uit overstekende schapen
Een land waar de grootste snelweg 2, en zelfs gedeeltelijk 3! rijbanen heeft
Een land zonder flitspalen en waar de maximum snelheid 100 km/u is
Een land waar zwerfafval (afgezien van sommige toeristische trekpleisters) iets vreemds is.
Een land waar je tot in de late uurtjes kunt feesten zonder politietoezicht op elke hoek van de straat.
Een land zonder terrorisme.
Een land vol optimisme
Een land dat dak en volwaardig werk biedt aan vluchtelingen
Een land waar Nederland 7 keer in past en waar toch maar 4 miljoen mensen wonen
Een land met een klein beetje mensen en heel veel natuur
Een land waar de natuur de grootste vijand is
Een land dat zich één van de veiligste ter wereld mag noemen

Je durft het bijna niet meer te zeggen, maar: ‘wat kan de wereld toch mooi zijn’.
Een land dat van mijn jetlag en jetlach maakt
Mijn levensles na dit alles? Vergeet nooit te lachen, en lukt je dat niet hier in Nederland? Maak er dan een JETLACH van. Wedden dat het je dan lukt?

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Anneke

Actief sinds 08 Aug. 2014
Verslag gelezen: 1214
Totaal aantal bezoekers 9344

Voorgaande reizen:

18 Januari 2017 - 23 Februari 2017

Nieuw-Zeeland

05 Augustus 2014 - 22 September 2014

Adventure in London

Landen bezocht: